Wat is wervelen?

Glijdende wervels (spondylolisthesis, retrolisthesis, olisthesis) beschrijft een aandoening waarbij een wervellichaam naar voren (spondylolisthesis) of naar achteren (retrolisthesis) schuift ten opzichte van het aangrenzende wervellichaam. Terugglijden = retrolisthesis blijft meestal onopgemerkt en veroorzaakt geen symptomen. Naar voren glijden = spondylolisthesis kan instabiliteit veroorzaken, maar is zeldzaam. Met geavanceerde spondyolisthesis kunnen zenuwwortels worden vernauwd, waardoor rugpijn uitstraalt naar het been en andere kenmerkende neurologische symptomen.

Tot die tijd kan het zijn dat de getroffene in eerste instantie nauwelijks merkt dat er twee wervels los zijn gekomen van de verbinding. Omdat het lichaam de dreigende instabiliteit vaak weet te compenseren door meer spierwerk. Na verloop van tijd veroorzaakt de constante overbelasting van de ligamenten en spieren echter meestal aanhoudende rugpijn; zichtbare veranderingen in houding zijn ook mogelijk.

Veelvoorkomende klachten

  • Rugpijn uitstralend naar de billen en/of benen
  • Gelokaliseerde gevoeligheid in de onderrug (lendegebied)
  • Gevoelloosheid of tekenen van verlamming in één been
  • Gevoel van instabiliteit in de rug

Wat veroorzaakt verschoven wervels?

Wervelverschuiving in de lumbale regio

Vertebrale slip kan aangeboren zijn (isthmische spondylolisthesis) of verworven; in het laatste geval wordt het vaak veroorzaakt door slijtagegerelateerde veranderingen in de tussenwervelruimte en/of het wervelgewricht.

Bij sporten waarbij extreme achterwaartse buiging van de lumbale wervelkolom veel voorkomt, komen vooral defecten in de wervelboog, die vervolgens resulteren in wervelslippen, vaak voor. Een verschoven wervel kan echter ook ontstaan als gevolg van verwondingen, bepaalde botziekten en soms ook als een ongewenst gevolg van een wervelkolomoperatie.

In de meeste gevallen vindt het verschuiven van de wervels plaats in het gebied van de lendenwervels, waarbij de voorlaatste (4e) lendenwervel heel vaak verschuift tegen de laatste (5e) lendenwervel.

Hoe wordt het behandeld?

De therapie is afhankelijk van de oorzaak van het glijden, secundaire ziekten, leeftijd en symptomen - we bieden hier verschillende therapiemogelijkheden aan!

  • Conservatieve behandeling

Bij mildere vormen van wervelslip kan soms worden volstaan met het behandelen van de pijn met medicijnen en het versterken van de rugspieren met behulp van een gericht fysiotherapeutisch programma onder professionele begeleiding; begeleidende warmtebehandelingen, elektrotherapie en manuele therapie kunnen verlichting geven. Indien nodig kan het dragen van een gipsen of kunststof korsetlijfje gedurende enkele weken ook een optie zijn.

Bij jongere patiënten met een verschuivende wervel en alleen rugpijn wordt eerst een medische versterkingstherapie aanbevolen. Als deze therapie echter zonder succes wordt afgerond, kan een verstijvingsoperatie met botsplinters en - onder bepaalde omstandigheden - met implantaten zoals schroeven de aangewezen oplossing zijn.

  • Chirurgische behandeling

Als een verschuivende wervel problemen veroorzaakt die met conservatieve maatregelen niet afdoende te behandelen zijn, of als er neurologische uitval is, is een operatie meestal geïndiceerd. In veel klinieken wordt voor veel vormen van verschoven wervels slechts één chirurgische optie aangeboden, namelijk de klassieke verstijvingsoperatie. soms zelfs van achteren (dorsaal) en van voren (ventraal) met als resultaat langdurige rebalitatietijd.
In het APEX SPINE Center bieden we een verscheidenheid aan chirurgische behandelingsopties die zeer individueel zijn.

  • Als de situatie van een glijdende wervel stabiel is (in dit geval schuift de wervel niet verder bij beweging van helling / achterover leunen) en gelijktijdige vernauwing van het wervelkanaal, wordt alleen de vernauwing van het wervelkanaal microscopisch verwijderd ( microscopische decompressie ) .
  • In het geval van een onstabiele glijdende wervel (hier vindt verder glijden plaats in de bewegingsfunctie-opnamen) in combinatie met een stenose, wordt naast microscopische verlichting een ligamentfixatie (ligament) uitgevoerd. Slechts in zeer zeldzame gevallen (vergevorderde vertebrale slip> graad 2 volgens Meyerding) is een spondylodese - verstijvingsoperatie (fixatie met schroeven en stangen) geïndiceerd.
  • Bij jongere patiënten met een glijdende wervel zonder stenose en met unilaterale zenuwpijn wordt in de meeste gevallen endoscopische decompressie uitgevoerd
  • Bij jongere patiënten met een verschuivende wervel en alleen rugpijn wordt eerst een medische versterkingstherapie aanbevolen. Als deze therapie echter zonder succes wordt afgerond, kan een verstijvingsoperatie (spondylodese) met botsplinters en - onder bepaalde omstandigheden - zonder implantaten of schroeven de aangewezen oplossing zijn.