Snelle informatie
Operatieve toepassing van een tussenwervelschijfprothese
Degeneratie van de tussenwervelschijf kan heftige, op verschillenden plaatsen en periodes van rugpijn (met of zonder uitstraling in de benen) veroorzaken, die het dagelijkse leven kunnen belasten. Veel patienten met klachten door een gedegenereerde tussenwervelschijf hadden in het verleden reeds meerdere hernia’s. Op een röntgenfoto is de slijtage meestal niet te herkennen, maar na een MRI-scan wordt deze duidelijk herkenbaar.
De belangrijkste vraag is of de zichtbare veranderingen ook daadwerkelijk tot de klachten leiden: ook patienten zonder klachten tonen soms grote degenerative veranderingen, terwijl andere patienten met een onopvallend beeld in de MRI-scan onder extreme pijn lijden. Anders geformuleerd: beeldgevende methodes alleen voeren niet automatisch tot een oplossing van het probleem.
Opgrond van het ziektebeeld kan besloten worden tot implantatie van een prothese om zo weer naar een situatie terug te keren zonder klachten. Dankzij de ontwikkelingen van implantaten zijn moderne tussenwerverschijfprotheses optimaal aan de anatomische en functionele omgeving aangepast en wordt een natuurlijke beweging, waarbij de rug volledig bewegelijk blijft, mogelijk. Verder bezitten ze net als een gezonde tussenwervelschijf dempende eigenschappen. Daardoor worden de aangrenzende wervelsegmenten niet overbelast.
Hoe verloopt de operatie?
Als alle diagnostiek tot de conclusie voeren, dat een kapotte (gedegenereerde) tussenwervelschijf verantwoordelijk is voor de klachten, dan is de implantatie van een prothese de logische consequentie. De behandeling verloopt altijd naar hetzelfde schema: de tussenwervelschijf wordt zo goed mogelijk verwijderd, maar de belangrijke buitenste ring van de tussenwervelschijf wordt voor zover mogelijk intact gelaten.
Om te verhinderen dat de ruimte tussen de wervels inzakt, moet de verwijderde tussenwervelschijf door een implantaat (prothese, cage enz.) worden vervangen. De prothese is door zijn functionaliteit bij één of meer pijn veroorzakende tussenwervelschijven een goed alternatief.
De implantatie van een tussenwervelschijfprothese verloopt via een kleine snede in de onderbuik. Nadat de oude tussenwervelschijf verwijderd is, wordt de prothese tussen de wervels (intervertebraal) geplaatst.
Verankerd wordt de prothese via de 2 titaniumplaten, waardoor het bot optimaal aan de prothese kan vastgroeien en deze zo gefixeerd blijft. Een kern uit polyethyleen ligt tussen de beide platen en een mantel uit polyurethaan zorgt voor een afdichting naar buiten.
Welke nabehandeling is noodzakelijk?
Normaal gesproken kunnen patienten ca. 2 uur na de ingreep zelfstandig de uitslaapkamer verlaten. Op de dag na de operatie mag u weer lichte voeding tot u nemen. Om een thrombose te voorkomen krijgt u voor de ingreep en tot het tijdpunt van ontslag een injectie met heparine.
Na ca. 2 dagen kunt u weer naar huis. Gedurende 6 weken dient u een zachte bandage te dragen en daarna wordt aanbevolen om onder toezicht van een fysiotherapeut een speciaal op u afgestemd fysiotherapeutisch programma te beginnen. Zodra het littteken in de buik genezen is, kunt u weer autorijden en fietsen.
Nadat d.m.v. een röntgencontrole vastgesteld is dat het implantaat optimaal is gepositioneerd, dan kan de prothese alle belastingen weerstaan- zoals bijv. snel lopen, vallen of springen.
Wanneer kunt u weer sporten?
Ongeveer 6 weken na de ingreep kunt u weer regelmatig zwemmen of fietsen. Uw gewoonlijke sportactiviteiten kunt u ca. 9-12 weken na de ingreep weer langzaam beginnen.
Wanneer kunt u weer werken?
Na 6 weken kunt u weer met bureau- en lichte lichamelijke werkzaamheden beginnen. Zwaar werk dient in de eerste 12 weken te worden vermeden en kan daarna weer langzaam opgebouwd worden.
Hoe groot is de kans op succes? Hoe hoog is het risico?
Internationale literatuur vermeldt succespercentages van ca. 85%.
Het risico op complicaties is bij een ervaren chirurg en moderne implantaten zeer gering. De meest voorkomende risico’s van een tussenwervelschijfprothese zijn: pijn is niet volledig weg (10-15%), resterende uitstralingspijn (5%), diepe veneuze trombose (1%), wervelgewrichtdegeneratie (facetten) op lange termijn (risico onbekend), onjuiste positie, inzakken van de prothese - meestal door een te lage botdichtheid (vrouwen > 45 jaar). Na iedere operatie kan pijn blijven, maar de kans op een heroperatie is bij toepassing van een prothese 50% lager dan bij een fusie.
Het aantal patienten die na een operatie volledig gezond weer kunnen werken is na implantatie van een prothese zeer veel hoger dan na een fusie (bron: Quelle: Round Tables In Spine Surgery, Volume 1 o Number 4 o 2006, B. Conix, R. Hes, Middelheim, Antwerpen).
In één oogopslag de belangrijkste feiten en gegevens voor u samengesteld en tegenover elkaar gesteld |
||
|
Verstijvingsoperatie |
Tussenwervelschijfprothese |
Risico |
|
|
Pijn |
|
|
Na de ingreep |
|
|
Verblijf in de kliniek |
|
|
Operatie |
|
|
Sport |
|
|
Afspraak |
|
|
Overzicht van de voordelen
- Moderne tussenwervelschijfprotheses bieden een natuurlijke bewegingsvrijheid en een volledige functionaliteit van de beschadigde rug
- Een degeneratie van aangrenzende etages vindt normaal gesproken niet plaats
- U kunt normaal gesproken direkt na de operatie zelfstandig bewegen en lopen
- Snelle genezing en afname van de pijn
- Er is geen lange opname in het ziekenhuis noodzakelijk: normaal gesproken kunt u 4 dagen na de operatie weer naar huis.
- 6 weken na de operatie kunt u alweer met de voor u gebruikelijke activiteiten beginnen.
- Korte herstelperiode en een spoedige terugkeer in het beroepsleven (4-6 weken)
- Een hoge kans op succes van ca. 85%
RSS alt - Bitte austauschen